Het voorkeurenvenster van Remote Desktop

In het voorkeurenvenster van Remote Desktop kunt u opties instellen die van invloed zijn op de manier waarop u met clientcomputers werkt.

Kies 'Remote Desktop' > 'Voorkeuren' en stel een of meer opties uit de onderstaande tabellen in.

Het paneel 'Algemeen'

Optie

Beschrijving

Klik dubbel op een computer voor

Instellen wat er moet gebeuren als er dubbel op een computer wordt geklikt ('Toon info', 'Bestuur', 'Observeer', 'Tekstchat').

Toon inactieve tijd van gebruiker in computerstatus

Voor elke clientcomputer laten zien hoelang de ingelogde gebruiker inactief is.

Accepteer berichten van gebruikers

Berichten van clientgebruikers toestaan.

Waarschuw bij stoppen voor

Instellen welke waarschuwingen moeten worden weergegeven wanneer u Remote Desktop stopt.

Geef huidige gebruiker weer met

Selecteren of de lange of korte naam wordt weergegeven voor de ingelogde gebruiker.

Het paneel 'Besturing en observatie'

Optie

Beschrijving

Bij weergave van een computer met groter scherm

Selecteren of een geobserveerd scherm op werkelijke grootte of passend in het observatie- en besturingsvenster wordt weergegeven.

Scherm laten scrollen

Opties voor scrollen in het scherm instellen.

Bij besturing van een computer

Selecteren of de besturing van de muis, het trackpad, het toetsenbord en het klembord wordt gedeeld bij het besturen van een clientcomputer.

Gebruik gedeeld klembord

Het gedeelde klembord inschakelen tussen de beheerderscomputer en de clientcomputers.

Onthoud de instelling voor elke computer

Beginnen met het gedeelde klembord en vervolgens de laatste status voor elke computer onthouden.

Bij verbinding met een computer

Selecteren of een geobserveerd scherm in een venster of schermvullend wordt weergegeven.

Het paneel 'Taakserver'

Optie

Beschrijving

Gebruik de taakserver op deze computer

Instellen wanneer verzamelde rapportgegevens moeten worden bewaard op een taakserver op deze computer.

Gebruik externe taakserver

Instellen wanneer verzamelde rapportgegevens moeten worden bewaard op een taakserver op een externe computer, en de locatie van de externe taakserver instellen.

Het paneel 'Rapportage'

Optie

Beschrijving

Standaardbeleid voor offlinerapportage

Instellen wanneer rapporten worden aangemaakt. Als er een taakserver is geconfigureerd, kunt u aangeven dat hierop deze rapporten worden verzameld, zodat u deze kunt bekijken wanneer de client offline is.

Gegevens uploaden over

Instellen welk type rapportgegevens u wilt uploaden.

Het paneel 'Labels'

Optie

Beschrijving

Gebruik deze labels

De tekst en labels instellen voor het toewijzen van labels aan clientcomputers.

Het paneel 'Taken'

Optie

Beschrijving

Verplaats de focus altijd naar de actieve taak

Instellen wanneer de status van de huidige taak altijd moet worden weergegeven in het venster van Remote Desktop.

Schakel script voor taakmelding in

Een script gebruiken om de beheerder te informeren wanneer een taak is voltooid.

Beperk geschiedenis in de navigatiekolom

Het maximum aantal voltooide taken dat wordt weergegeven in de taakgeschiedenislijst.

Het paneel 'Beveiliging'

Optie

Beschrijving

Sta besturing van deze computer toe wanneer dit programma actief is

Instellen wanneer deze computer mag worden bestuurd vanaf een andere computer, ook als Remote Desktop actief is.

Codeer netwerkgegevens bij gebruik van 'Kopieer onderdelen'

Instellen wanneer bestanden moeten worden gecodeerd die u tussen computers kopieert met het commando 'Kopieer onderdelen'.

Codeer netwerkgegevens bij gebruik van 'Installeer pakketten'

Instellen wanneer gegevens moeten worden gecodeerd die u tussen computers uitwisselt met het commando 'Installeer pakketten'.

Niet-beheerders die werken met dit programma hebben volledige of beperkte toegang

Niet-beheerdersbevoegdheden configureren (zie Informatie over Remote Desktop-gebruikersmodus).

Wijzig wachtwoord van Remote Desktop

Het wachtwoord voor Remote Desktop wijzigen.