Informatie over toegangsbevoegdheden
Een Remote Desktop-beheerder met toegangsbevoegdheden kan computers toevoegen aan een lijst en vervolgens taken op deze computers uitvoeren.
Als op een clientcomputer geen toegangsbevoegdheden zijn toegestaan, kan deze computer niet met Remote Desktop worden gebruikt. Toegangsbevoegdheden worden gedefinieerd in het gedeelte 'Extern beheer' van het paneel 'Delen' in Systeemvoorkeuren op elke clientcomputer.
De aanbevolen toegangsbevoegdheden voor een clientcomputer zijn afhankelijk van hoe de computer wordt gebruikt.
Als de computer in een openbare ruimte wordt gebruikt (zoals een computerlokaal), kunt u beheerders het beste volledige toegang geven.
Als de computer wordt gebruikt door één persoon, wilt u de beheerder wellicht geen volledige toegangsrechten geven, maar wilt u de gebruiker wel toestaan bepaalde beheertaken uit te voeren, zoals het aanmaken van wachtwoorden en het instellen van toegangsrechten.
WAARSCHUWING: De Remote Desktop-beheerderstoegang kan ook worden misbruikt, bijvoorbeeld door zonder toestemming de besturing van een gebruikersscherm over te nemen of gebruikersbestanden te verwijderen. Denk goed na over wie beheerderstoegang krijgt en welke toegangsbevoegdheden daar bij horen.
Als u toegang tot de Remote Desktop-computer toestaat, ziet de beheerder de clientcomputer in het venster 'Computerstatus' en kan hij of zij de computer opnemen in rapporten over netwerktests, ook als er geen andere toegangsbevoegdheden zijn geselecteerd.
Opties voor extern beheer in het paneel 'Delen' in Systeemvoorkeuren
De onderstaande tabel bevat een overzicht van de opties voor extern beheer die beschikbaar zijn in het paneel 'Delen' in Systeemvoorkeuren en de bijbehorende Remote Desktop-functies.
Voor bepaalde commando's moeten meerdere bevoegdheden worden ingesteld op de clientcomputer. Zo zijn voor het commando 'Installeer pakketten' bijvoorbeeld de bevoegdheden 'Onderdelen kopiëren' en 'Onderdelen verwijderen en vervangen' nodig.
Om een beheerder extra bevoegdheden te geven, zoals het wijzigen van de naam van gedeelde computerbestanden, selecteert u 'Instellingen wijzigen'.
Selecteer | Als u wilt dat beheerders |
---|---|
Observeren | Het Interactie-commando 'Observeer' kunnen gebruiken. |
Beheren | De volgende Interactie-commando's kunnen gebruiken: 'Bestuur', 'Deel scherm', 'Vergrendel scherm' en 'Ontgrendel scherm'. Deze instelling is vereist om de functies 'Werk clientsoftware bij' en 'Wijzig clientinstellingen' te kunnen gebruiken. |
Geef aan wanneer er wordt geobserveerd | Automatisch het statussymbool kunnen wijzigen om de gebruiker te waarschuwen dat de computer wordt geobserveerd of bestuurd. |
Rapporten aanmaken |
Rapporten voor hardware en software kunnen aanmaken met het Rapportage-menu, 'Zoek met Spotlight' kunnen gebruiken. Deze instelling is vereist om het commando 'Verstuur UNIX-commando' te kunnen gebruiken. |
Programma's openen en stoppen |
De volgende Beheer-commando's kunnen gebruiken: 'Open programma', 'Open onderdelen', 'Verstuur UNIX-commando' en 'Log huidige gebruiker uit'. Deze instelling is vereist om het commando 'Verstuur UNIX-commando' te kunnen gebruiken. |
Instellingen wijzigen |
De volgende Beheer-commando's kunnen gebruiken: 'Wijzig computernamen', 'Verstuur UNIX-commando' en 'Stel opstartschijf in'. Deze instelling is vereist om het commando 'Verstuur UNIX-commando' te kunnen gebruiken. |
Onderdelen verwijderen en vervangen |
De volgende Beheer-commando's kunnen gebruiken: 'Kopieer onderdelen', 'Installeer pakketten', 'Verstuur UNIX-commando' en 'Leeg prullenmand'. Ook: onderdelen kunnen verwijderen uit rapportvensters. Deze instelling is vereist om de functies 'Werk clientsoftware bij' en 'Verstuur UNIX-commando' te kunnen gebruiken. |
Tekstberichten versturen of Een tekstchat starten of berichten versturen | De volgende Interactie-commando's kunnen gebruiken: 'Verstuur bericht' en 'Chat'. |
Opnieuw opstarten en uitschakelen |
De volgende Beheer-commando's kunnen gebruiken: 'Schakel sluimerstand in', 'Herstart', 'Verstuur UNIX-commando' en 'Zet uit'. Deze instelling is vereist om de functies 'Werk clientsoftware bij' en 'Verstuur UNIX-commando' te kunnen gebruiken. |
Onderdelen kopiëren |
De volgende Beheer- en Server-commando's kunnen gebruiken: 'Kopieer onderdelen', 'Verstuur UNIX-commando' en 'Installeer pakketten'. Deze instelling is vereist om de commando's 'Werk clientsoftware bij', 'Wijzig clientinstellingen' en 'Verstuur UNIX-commando' te kunnen gebruiken. |