Informatie over systemsetup
De commandoregeltool systemsetup
wordt samen met OS X geïnstalleerd en kan worden gebruikt om de clientinstellingen te wijzigen. Elk commando dat in systemsetup
wordt gebruikt, kan in Remote Desktop worden uitgevoerd via de taak 'Verstuur UNIX-commando'.
De syntaxis, uitleg en voorbeelden van de commandoregel vindt u in de helpprompt van de tool:
sudo systemsetup -help
Zorg ervoor dat u systemsetup
vooraf laat gaan door het commando sudo
.
Zie Mac OS X: sudo-commando mag geen leeg wachtwoord hebben voor informatie over het commando sudo
.
Hieronder vindt u enkele mogelijkheden van systemsetup
.
Vlag | Beschrijving |
---|---|
-setallowpowerbuttontosleepcomputer (on | off) |
Hiermee kunt u instellen of de sluimerstand van de computer kan worden ingeschakeld met de aan/uit-knop. Bijvoorbeeld: systemsetup -setallowpowerbuttontosleepcomputer on |
-setdate mm:dd:jj |
Hiermee kunt u de huidige maand, de huidige dag en het huidige jaar instellen. Bijvoorbeeld: systemsetup -setdate 04:09:13 |
-setlocalsubnetname naam |
Hiermee stelt u de gewenste naam voor de lokale host in. Bijvoorbeeld: systemsetup -setlocalsubnetname LabMac1 |
-setnetworktimeserver tijdserver |
Hiermee geeft u een netwerktijdserver op. Voer het IP-adres of de DNS-naam in voor de netwerktijdserver. Bijvoorbeeld: systemsetup -setnetworktimeserver time.apple.com |
-setremotelogin ( on | off ) |
Hiermee kunt u de voorziening voor extern inloggen (SSH) in- of uitschakelen. Belangrijk: Als u de voorziening voor extern inloggen uitschakelt, kunt u de computer niet meer beheren met SSH voor extern inloggen. Bijvoorbeeld: systemsetup -setremotelogin on |
-setrestartfreeze ( on | off ) |
Hiermee kunt u aangeven of de computer automatisch opnieuw moet worden opgestart als de computer is vastgelopen. Bijvoorbeeld: systemsetup -setrestartfreeze on |
-setrestartpowerfailure ( on | off ) |
Hiermee kunt u aangeven of de computer automatisch opnieuw moet worden opgestart na een stroomstoring. Bijvoorbeeld: systemsetup -setrestartpowerfailure on |
-setsleep minuten |
Hiermee kunt u de periode van inactiviteit instellen waarna de sluimerstand op de computer wordt ingeschakeld. Geef 'Never' of 'Off' op als de sluimerstand nooit moet worden ingeschakeld. Als u de sluimerstand inschakelt, kunt u de computer niet extern beheren wanneer de sluimerstand actief is. Bijvoorbeeld: systemsetup -setsleep 60 |
-settime uu:mm:ss |
Hiermee kunt u de huidige tijd instellen. Het tijdsargument moet worden opgegeven in de 24-uursnotatie. Bijvoorbeeld: systemsetup -settime 16:20:00 |
-settimezone tijdzone |
Hiermee stelt u de lokale tijdzone in. Gebruik -listtimezones om een lijst met geldige argumenten voor tijdzones weer te geven. Bijvoorbeeld: systemsetup -settimezone US/Pacific |
-setusingnetworktime ( on | off ) |
Hiermee kunt u het gebruik van de netwerktijd in- of uitschakelen. Bijvoorbeeld: systemsetup -setusingnetworktime on |
-setWaitForStartupAfterPowerFailure seconden |
Hiermee kunt u het aantal seconden instellen waarna de computer opnieuw wordt opgestart na een stroomstoring. De waarde voor seconden moet een veelvoud van 30 seconden zijn. Bijvoorbeeld: systemsetup -setWaitForStartupAfterPowerFailure 30 |
-setwakeonnetworkaccess ( on | off ) |
Hiermee kunt u aangeven of de sluimerstand op de computer moet worden uitgeschakeld wanneer een netwerkbeheerpakket naar de server wordt verstuurd. Bijvoorbeeld: systemsetup -setwakeonnetworkaccess on |