Remote Desktop-clients toevoegen

Om clientcomputers te beheren met Remote Desktop, moet u de computers eerst toevoegen aan een computerlijst. De lijst 'Alle computers' bevat alle computers die zijn opgenomen in alle lijsten. Als u een computer aan een lijst toevoegt, wordt de computer ook aan de lijst 'Alle computers' toegevoegd.

Als de routers in uw lokale netwerk multicast DSN-pakketten (mDNS) via poort 5353 ondersteunen, kunt u met Bonjour computers in uw lokale subnetwerk zoeken. Als u ook computers buiten het lokale subnetwerk wilt zoeken, moeten de routers in uw lokale netwerk zodanig zijn ingesteld dat netwerkpings en TCP/UDP-pakketten via de poorten 3283 en 5900 worden doorgelaten. Als de routers in uw lokale netwerk werken met NAT (Network Address Translation), moet u bekend zijn met de toewijzingen aan de openbare poorten van de clientcomputer die voor extern beheer en schermdeling worden gebruikt.

Clients toevoegen met Bonjour

Met Bonjour kunt u een lijst weergeven van de computers in het Bonjour-standaarddomein waarvoor Remote Desktop is ingeschakeld. Meestal zijn dit alleen computers in uw lokale subnet, maar er kunnen ook computers in andere subnetten worden weergegeven. Met alle andere methoden voor clientdetectie worden alle computers weergegeven, ongeacht of Remote Desktop is ingeschakeld.

  1. Selecteer een scanner in de navigatiekolom aan de linkerkant van het Remote Desktop-venster.

  2. Kies 'Bonjour' uit het venstermenu.

  3. Sleep een of meer computers naar een computerlijst, zoals 'Alle computers'.

  4. Geef een gebruikersnaam en wachtwoord voor een Remote Desktop-beheerder op om de identiteitscontrole uit te voeren.

‏Clients toevoegen met een adreslijstserver

Als u de adreslijstserverscanner weergeeft, ziet u alle clientcomputers die bekend zijn bij de taakserver en die deel uitmaken van computergroepen in de adreslijst. Koppelingen met adreslijstservers maakt u aan in het paneel 'Accounts' in Systeemvoorkeuren.

  1. Selecteer een scanner in de navigatiekolom aan de linkerkant van het Remote Desktop-venster.

  2. Kies 'Adreslijstserver' uit het venstermenu.

  3. Sleep een of meer computers naar een computerlijst, zoals 'Alle computers'.

  4. Geef een gebruikersnaam en wachtwoord voor een Remote Desktop-beheerder op om de identiteitscontrole uit te voeren.

Clients toevoegen door een bestand te importeren

U kunt een lijst met computers toevoegen aan de lijst 'Alle computers' door een bestand met de IP-adressen van de computers te importeren.

Dit bestand kan een tekstbestand of spreadsheet zijn en moet IP-adressen en volledige domeinnamen (zoals foo.voorbeeld.com) bevatten. U kunt een IP-adresbereik toevoegen door het bereik op te geven in de volgende notatie: xxx.xxx.xxx.xxx–yyy.yyy.yyy.yyy. Als u bijvoorbeeld een tekstbestand met '192.168.0.2–192.168.2.200' gebruikt, worden alle IP-adressen in dat adresbereik gescand.

  1. Selecteer een scanner in de navigatiekolom aan de linkerkant van het Remote Desktop-venster.

  2. Kies 'Bestandsimport' uit het venstermenu.

  3. Klik op de knop 'Open bestand' om het bestand te zoeken, of sleep een bestand naar het dialoogvenster.

    U kunt ook de padnaam van het bestand opgeven in het veld 'Bestand'. Alle reagerende clients worden weergegeven in het venster 'Remote Desktop'.

  4. Sleep een of meer computers naar een computerlijst, zoals 'Alle computers'.

  5. Geef een gebruikersnaam en wachtwoord voor een Remote Desktop-beheerder op om de identiteitscontrole uit te voeren.

Clients toevoegen op basis van netwerkadressen

U kunt een computer toevoegen aan de lijst 'Alle computers' door het bijbehorende IP-adres of de volledige domeinnaam in te voeren.

  1. Selecteer een scanner in de navigatiekolom aan de linkerkant van het Remote Desktop-venster.

  2. Kies 'Netwerkadres' uit het venstermenu.

  3. Geef het IP-adres of de volledige domeinnaam op in het veld 'Adres'.

  4. Klik op de knop voor vernieuwen.

  5. Sleep een of meer computers naar een computerlijst, zoals 'Alle computers'.

  6. Geef een gebruikersnaam en wachtwoord voor een Remote Desktop-beheerder op om de identiteitscontrole uit te voeren.

Clients toevoegen op basis van IP-adressen

U kunt een client rechtstreeks aan een computerlijst toevoegen met behulp van het IP-adres of de hostnaam.

  1. Selecteer een computerlijst, zoals 'Alle computers'.

  2. Kies 'Archief' > 'Voeg toe per adres'.

  3. Voer het IP-adres of de FQDN-naam (Fully Qualified Domain Name) in.

  4. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in.

  5. Klik op het driehoekje naast 'Geavanceerde opties'.

  6. Als op de clientcomputer gebruik wordt gemaakt van NAT (Network Address Translation), voert u in de velden 'Poort voor extern beheer' en 'Schermdelingspoort' de publieke poorten in die aan de client zijn gekoppeld.

  7. Controleer de naam en het wachtwoord voordat u de computer aan de computerlijst toevoegt.

  8. Klik op 'Voeg toe'.

Clients toevoegen via een lokaal netwerk

Wanneer u de lokale-netwerkscanner kiest, wordt een subnetbroadcast verstuurd naar de computers in dezelfde subnetten als de beheerderscomputer. Alle mogelijke clients in de lokale subnetwerken verschijnen in een lijst aan de rechterkant van het Remote Desktop-venster.

  1. Selecteer een scanner in de navigatiekolom aan de linkerkant van het Remote Desktop-venster.

  2. Kies 'Lokaal netwerk' uit het venstermenu.

  3. Sleep een of meer computers naar een computerlijst, zoals 'Alle computers'.

  4. Geef een gebruikersnaam en wachtwoord voor een Remote Desktop-beheerder op om de identiteitscontrole uit te voeren.

‏Clients toevoegen via een netwerkbereik

U kunt zoeken naar clients in een IP-adresbereik. Om computers in een netwerkbereik te zoeken, geeft u het eerste en laatste IP-adres op van het bereik waarin u wilt zoeken. Vervolgens wordt voor elk IP-adres in het bereik gecontroleerd of de desbetreffende computer een clientcomputer is.

Deze methode werkt het best als u zoekt naar clients die zich buiten het lokale subnet maar binnen het lokale netwerk bevinden. U kunt ook een tekstbestand gebruiken dat IP-adresreeksen (in de notatie '192.168.0.1–192.168.3.20') bevat en het bestand importeren om clients te zoeken.

  1. Selecteer een scanner in de navigatiekolom aan de linkerkant van het Remote Desktop-venster.

  2. Kies 'Netwerkbereik' uit het venstermenu.

  3. Voer het eerste en laatste IP-adres van het bereik in.

  4. Klik op de knop voor vernieuwen.

  5. Sleep een of meer computers naar een computerlijst, zoals 'Alle computers'.

  6. Geef een gebruikersnaam en wachtwoord voor een Remote Desktop-beheerder op om de identiteitscontrole uit te voeren.

Clients toevoegen die bekend zijn op de taakserver

Als u de taakserverscanner weergeeft, ziet u alle clientcomputers die bekend zijn bij de taakserver. In deze lijst staan ook clientcomputers die andere Remote Desktop-beheerders hebben toegevoegd.

  1. Selecteer een scanner in de navigatiekolom aan de linkerkant van het Remote Desktop-venster.

  2. Kies 'Taakserver' uit het venstermenu.

  3. Sleep een of meer computers naar een computerlijst, zoals 'Alle computers'.

  4. Geef een gebruikersnaam en wachtwoord voor een Remote Desktop-beheerder op om de identiteitscontrole uit te voeren.